Aangezichtsverlamming

De ziektegeschiedenis en het KNO-onderzoek kunnen mogelijk uitwijzen om welke oorzaak het gaat. Zonodig gevolgd door een scan (CT of MRI). Bij een aangezichtsverlamming kunt u bij onvolledig herstel hinderlijke restverschijnselen overhouden. Met specifieke oefentherapie, waaronder mimetherapie, kunnen deze restverschijnselen worden verbeterd. De oefeningen zijn gericht op eten, drinken, spreken, maar ook op ontspanning, de beheersing van de ademhaling en het leren bewegen van de mimische spieren van gezonde en aangedane zijde samen.